[257]

Reis door Nieuw-Grenada en Venezuela.

Straat te Honda.

Straat te Honda.

I

Den zesden Augustus 1881 vertrokken wij met de transatlantische boot Lafayette uit Saint-Nazaire en kwamen omstreeks veertien dagen later te La Guaira, de haven van Caracas, die ten gevolge van de hevigebranding dikwijls zeer moeilijk te bereiken is. La Guaira, amphitheatersgewijze tegen de berghellingen gebouwd, is eene zeerschilderachtige stad met smalle onregelmatige straten, die slecht zijn geplaveid en door lage huizen omzoomd. De roode pannender bijna platte uitstekende daken, de blauwe of groene tralies voor de vensters, de wit of geel gepleisterde muren brengentoon en kleur in de donkere massa van de in schaduw gedompelde straten. Een bergstroom, waarover zonderlinge bruggen zijngeslagen, loopt midden door de stad. Aan de zeezijde wordt La Guaira door wallen verdedigd; voorts heeft men nog een fort,op een heuvel gebouwd, dat de stad bestrijkt.

Het volgende station is Puerto-Cabello, aldus genoemd omdat, zoo als men beweert, een schip zich daar met een haar zou kunnenvastmeeren. Zooveel is zeker, dat de haven volkomen veilig en tegen alle winden gedekt is. De straten zijn hier breeder enregelmatiger dan te La Guaira. Wij maken eene wandeling door een soort van park, waarvan het onderhoud veel te wenschen overlaat.

Den zes-en-twintigsten Augustus komen wij eindelijk op de reede van Savanilla, en zien vergeefs uit naar eene veilige haven.Weldra steekt eene kleine stoomboot van wal en komt naast ons liggen om de reizigers en de goederen over te nemen. Onze bagageis niet zwaar of omvangrijk: nauwelijks weegt zij voor ons vieren driehonderd pond. Zij wordt in de boot overgeladen, en naafscheid genomen te hebben van onze medereizigers, dalen wij ook zelven in de boot af. De stoomfluit gilt: wij stoomen naarden columbiaanschen oever.[258]

De lucht is betrokken; er broeit een onweer; het is bladstil en ondragelijk heet. Volgens een aanplakbiljet aan boord vande boot, kan men hier plaatskaartjes nemen voor den spoorweg naar Barranquilla: van welke gelegenheid wij ons haasten gebruikte maken. Welhaast bereiken wij de haven van Salgar-Savanilla; de stoomboot stopt aan den steiger, waarop rails liggen dienaar het station voeren. Wij hebben niet veel tijd noodig om een kijkje te nemen van het dorp Salgar-Savanilla, eene zeehavenen het aanvangspunt van den spoorweg naar Barranquilla: het gansche dorp bestaat uit acht hutten van planken en palmbladen.De spoorweg en eene smalle strook gronds met wortelboomen bezet scheiden dit dorp van de zee. Een soort van loods of schuurdient den reizigers tot wachtkamer. Wij moeten daar eenige eindelooze uren doorbrengen, wachtende op den trein die ons naarBarranquilla zal voeren.

Onder de passagiers van de Lafayette bevindt zich een jonge Columbiaan, de heer Villavécès, met wien wij aan boord kennis hebben gemaakt. Het is iemand van eenvroolijk, aangenaam humeur, beminnelijk, voorkomend, ietwat grillig, eene kunstenaarsnatuur. Hij had eenige maanden te Parijsdoorgebracht, om zich daar te bekwamen in zijn vak als lithograaf; hij doet ook wat aan het schilderen en teekenen in waterverf.Hij moet de Magdalena opvaren tot Honda; en daar wij dienzelfden weg moeten volgen, nemen wij met groot genoegen zijn voorstel

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!