De tuin van het oude Fransche hospitaal, waar wij tien dagen hebben gekampeerd.
De ramp van Valparaiso ligt ieder nog versch in het geheugen. Men herinnert zich, dat in de maand Augustus van het vorige jaarhet groote entrepôt van het Z. Amerikaansche halfrond, dat aan de kust van den Stillen Oceaan dezelfde rol vervulde als Riode Janeiro of Buenos Ayres aan den Oostenlijken oever, door vulkanische schokken hevig geteisterd is.
Huizen zijn tot puinhoopen geworden; vreeselijke branden, die overal tegelijk losbarstten, hebben het vernielingswerk voltooid,duizenden menschen zijn omgekomen, honderden millioenen guldens verloren gegaan.
De geografische ligging van Valparaiso was zoo gunstig, dat in honderd jaren, ten gevolge, wel is waar, van hare herhaaldeen volhardende pogingen om kapitalen en landverhuizers tot zich te trekken, de bevolking der stad van 6000 tot 150.000 zielenwas gestegen. Geene haven van Chili, van de geheele westkust van Z. Amerika kon zich met haar meten. Noch Guayaquil, nochValdivia, noch Punta Arenas, noch Concepcion hadden zulke uitgebreide handelsbetrekkingen. Zij was trotsch op hare honderdenmillioenen aankomende en vertrekkende schepen, op hare stoomvaartlijnen, op hare weergalooze dokken, hare fabrieken en vooralhare bankinstellingen. Het was een tweede Marseilles of Hamburg in een staat, waarvan de toekomst met zekerheid scheen tekunnen worden voorspeld en die op het gebied der nijverheid voor geen anderen in het Australische halfrond onderdeed. Alsbeginpunt van den grooten spoorweg, die de Cordilleras des Andes doorsnijdt en den Atlantischen met den Stillen Oceaan moetverbinden, ging Valparaiso eene groote toekomst tegemoet.
Een ontzettende schok heeft al die pracht en dien bloei in het niet doen verzinken, en in weinige minuten het werk van eeneeeuw vernield.
Valparaiso had reeds zwaar door aardbevingen geleden in 1822, in 1829, in 1851, toen 400 huizen waren verwoest, in 1880, toen200 menschen gedood werden, en eindelijk in 1899, toen een vreeselijke vloedgolf de haven en een gedeelte van de stad hadoverstroomd. Niets van dat alles kwam echter deze laatste ramp ook maar nabij. Een gevoel van ontzetting heeft ons aangegrepen.Al was het tooneel der ramp ver van ons verwijderd, het onheil was te geducht, om ons niet te bewegen tot medegevoel. En Valparaisowas den Europeanen altoos gastvrij gezind.
Een van deze, een Franschman, die voor zaken in de stad vertoefde, is getuige geweest van de ramp, waarvan hij bijna een slachtofferwas geworden. Kort na die verschrikkelijke dagen schreef hij aan zijne zuster den volgenden brief, vol gevoel en humor, dietevens een duidelijk beeld geeft van het voorgevallene.
Valparaiso, 4 Sept. 1906.
Lieve Marie,
Daar ik thans wat meer tijd en gelegenheid heb tot schrijven, wil ik beproeven, je eenige bijzonderheden ...