Produced by Miranda Van De Heijning, Eric Casteleijn and

the PG Online Distributed Proofreaders.

[Transcriber's Note:

There were a LOT of inconsistencies in spelling, accents, hyphenationand use of quotation-marks. I decided to make it as consistent aspossible, while trying to stay as close as possible to the scans.

Where hyphenated and non-hyphenated versions of a word co-existed in thetext (within lines) I converted to the hyphenated version, as thoseversions were by far the most common.

The use of the grave and acute accents (almost exclusively for emphasisin spoken fragments) was so inconsistent that there was no real bias tobe found. I changed these to modern Dutch use, i.e. acute on long (useof) vowels and grave on short.

I tried to mess with the spelling as little as possible. 'bizonder' and'bijzonder' and their variants were changed to 'byzonder' as this wasabout 50 times more common. 'Lodewijk van Deyssel' was spelled as'Deijssel' in the index only. That was corrected.

There were more mismatched (double) quotes than I cared to count. Somespoken paragraphs were not quoted at all. I have done the best I could,and made the following changes where mismatches occurred: Spokenparagraphs all start with double quotes ("). They only end on doublequotes if 1) The speaker changes, or the next paragraph is non-spokentext. 2) They are at the end of a chapter. This is how modern writtenDutch (and I believe English) handles it.

Eric Casteleijn]

"DE MANNEN VAN '80 AAN HET WOORD"

EEN ONDERZOEK NAAR EENIGE BEGINSELEN VAN DE "NIEUWE-GIDS"-SCHOOL

DOOR E. D'OLIVEIRA

HISTORIE VAN DIT BOEKJE.

De samensteller ging uit van de meening, dat een auteur,—al dient hijinstinctief het schoone,—met name in onzen tijd zich bewust behoort tezijn van zijn positie als geestelijk leider, van de roeping zijnenartistiek voelenden medemenschen een beter leven, een waardige taak voorte houden met zijn Kunst.

Achter iedere uiting van taalkunst is derhalve een persoonlijkheid tezoeken, die vereerd wordt, wijl de tegenstelling tusschen Idee enNatuur, die den gemiddelden fijngevoeligen mensch kwelt, in hem—enonmiddellijk daarna in zijn kunst—tot verzoening is geraakt. Dezetegenstelling wordt in elke beschavingsperiode voelbaar in een vorm dievoor deze periode typisch is:—de verzoening, die het echte kunstwerkvervult, is te beschouwen als voorbewuste levenswijsheid van eenbepaalde Cultuur.

Treedt nu de criticus op in de eerste plaats als middellaar tusschenpubliek en 's schrijvers persoonlijkheid, dan kan een deel van desamenleving zich aan diens leefkunst spiegelen:—voordat de wijsgeer zetot voorbijgaand moment heeft gemaakt van een gedachtensysteem, dat—alszoodanig—het practische leven vliedt.

De schrijver zag in zijn omgeving elementen genoeg voor eensamen-werking als hier geschetst. En de zuivere totstandkoming er vanachtte hij een zoo groot beschavingsbelang, dat hij niet opzag tegen eenlangdurig en bewerkelijk onderzoek naar de mogelijkheid. In de eersteplaats ging hij tot "De mannen van '80", een stel auteurs, door hetvolksgeweten en door eigen keuze tot een groep gerekend, maar, zooalsuit het vervolg wel blijken zal, met sterk uiteenloopende gezindheden… een "school" niettemin aan wier invloed thans geen pen-voerder vannaam in ons land ontkomen is.

Hij stelde hun zijn vragen niet zoo beslist als hij—blijkens

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!