Het stadhuis te Merida.
Bij allen, die zich bezig houden met de zoo belangwekkende studie van de amerikaansche oudheid, dat wil zeggen met de studieder beschaving en der geschiedenis van Amerika vóór de ontdekking door Columbus en de verovering door de Spanjaarden en andereeuropeesche mogendheden,—bij die allen is de naam van den heer Désiré Charnay geen onbekende. Hij gaf ons belangrijke studiënover het oude Mexico en andere landen van Centraal-Amerika, die hij zelf bereisde, voornamelijk met het doel om de nog overgeblevensporen en gedenkteekenen eener ondergegane beschaving te leeren kennen, en daarmede winst te doen voor de oplossing van zoomenig gewichtig vraagstuk op ethnografisch gebied. De lezers van De Aarde brachten wij nog niet met den arbeid van den heer Charnay in kennis: wij willen dit thans doen, door hem te vergezellen opzijne reis naar het schiereiland Yucatan, niet een der minst belangrijke landstreken van Centraal-Amerika.
Den 1sten December 1881 wierp de boot het anker uit op de reede van het dorp Progreso, de tegenwoordige haven van het schiereiland.Er woei een vrij harde noordenwind, en als trouwens alle groote stoomschepen, moesten wij het anker uitwerpen op vier à vijfmijlen afstands van den wal, dien wij ter nauwernood konden zien: de kleine gebouwen van Progreso krompen op dien afstandtot mikroskopische huisjes samen. Deze kust met hare ondiepten en zandbanken staat sinds lang ter kwader naam; evenmin alswij, konden de eerste spaansche ontdekkers haar van nabij naderen. Bij ruw weer is de ontscheping zeer gevaarlijk; maar debootslieden zijn zoo voor hunne taak berekend, dat zij ons zonder eenig letsel, uitgenomen een aanval van zeeziekte, aan denkleinen houten havendam brengen.
Yucatan is een groot schiereiland, waarvan de vorming nog niet voltooid is. Het noordelijk gedeelte, waar de kalkachtige bodemnog maar met eene dunne laag teelaarde is bedekt, is eene dorre kale vlakte; in het midden wordt de grond, sinds langer gevormd,vruchtbaarder en minder vlak; in het zuiden eindelijk verheffen zich vrij hooge heuvels, die in verband staan met de vertakkingenvan de sierra Madre, welke zich door geheel Centraal-Amerika uitstrekt. Het schiereiland, dat noch rivieren, noch stroomendewateren heeft, strekt zich van het zuiden naar het noorden in de golf Bladzijde 18van Mexico uit, tusschen den achtsten en den twaalfden graad oosterlengte van Mexico, en den achttienden en den twee-en-twintigstengraad noorderbreedte.
De eerste berichten omtrent Yucatan, of althans omtrent zijne bewoners, zijn afkomstig van Columbus zelven, die op den 30sten Juli 1502, toen hij op het Pijnboomeneiland, ten zuiden van de noordwestpunt van Cuba, vertoefde, van den kant van het westeneene groote boot zag naderen, uit een enkelen boomstam gehouwen, bemand met vier-en-twintig roeiers en voerende een cacique(opperhoofd, vorst) met zijne familie. Verder wordt verhaald, dat deze lieden het sedert bekend geworden yucatansche kostuumdroegen, en dat er zich aan boord van de boot, hetzij ten gebruik van de reizigers, hetzij om daarmede handel te drijven,koeken of brooden van maïs bevonden, benevens verschillende dranken uit maïs bereid; voorts cacao, groote houten zwaardenmet sneden van obsidiaan, koperen bijlen en katoenen stoffen, zoo zacht als zijde en met levendige verwen gekleurd.
...