E-text prepared by Branko Collin
and the Project Gutenberg Online Distributed Proofreading Team
()

 


 

HOE MEN SCHILDER WORDT

HENDRIK CONSCIENCE


I

Ontdekking van een wonderbaar vernuft.—Huiselijke raad over de bestemmingvan een kind.—De Academie van Antwerpen door eenen werkmanbeschreven.—Schilderen is een lekker stieltje.

In een klein huisje, behoorende tot de St.-Andriesparochie te Antwerpen,zaten op eenen avond der maand Mei 1832, drie personen bij eene kleineblikken lamp te werken.

Eene oude vrouw was voor een kantkussen gezeten en wierp de ratelendebouten onophoudend door elkander, terwijl zij, met eene wonderlijkevinnigheid, de spelden over het kassen deed wandelen. Op haar gelaat glomdie zoete welwillendheid, welke het aangezicht van sommige oude lieden metaantrekkelijkheid versiert, ondanks de diep gegravene rimpels.

Zij scheen welgemoed en liet zich den eentonigen arbeid niet verdrieten,aangezien dat zij van tijd tot tijd hare heesche stem tot het vormen vanverschillende tonen poogde te dwingen en slepend een liedeken zong vanharen jongen tijd. Dit liedeken scheen uit een enkel referein te bestaan enbegon telkens met deze woorden:

En Coredommeken hy issere gesteurve.

Het onveranderlijk einde was:

Hy schreef daer in het zand
Dat zyn jonk hart verbrandt.

Nevens haar bevond zich eene jongere vrouw, fraai van gelaat en schoon vangestalte.

Zij was insgelijks bezig met kantwerken. Evenals de oude, droeg zij degewone kleeding der arme burgers of werklieden van Antwerpen: eenrozekleurig jak, eenen zwarten baaien rok en eene trekmuts van bevalligenvorm. Tusschen de kleeding der twee vrouwen was alleenlijk dit verschil,dat de oude met de groote bloemen der vorige eeuw behangen was, terwijl dejongere vrouw meer de hedendaagsche kleuren droeg, zijnde kleine bloemkensop gemengden grond.

De derde persoon, die zich in de kamer bevond, was een jongsken van omtrentelf jaar,—met een aangezichtje zoo zuiver en zoet als dit van eenengeltje. Groote zwarte oogen, vol beweging en vol leven, stonden blinkendonder zijne lange wimpers, en losten als gitsteenen op de rozen zijnerwangen uit. Zijn mondje, welks hoeken eenigszins achteruit getrokken waren,gaf aan zijne wezenstrekken eene uitdrukking, die geest en begripaanduidde. Boven dit alles was een bosch van schoone krullende hareningeplant; zoodat dit jongsken, rijk aan gezondheid en aan geest, waarlijkeen schoon beeld van een kind was en geenszins de kenteekens der armoededroeg.

Dit kind zat bij de tafel en scheen met een potlood iets op een stuk papierte schrijven. Bij poozen hief hij het hoofd op, bezag met metende aandachtde oude vrouw en zette dan telkens eenen trek meer op het papier.—Men konniets anders denken, dan dat hij de oude vrouw uitteekende of ten minstedit poogde te doen..... Er was in de blikken, die het kind op zijn papieren op de oude vrouw wierp, zooveel aandachtige navorsching, in zijnehouding en op zijn gelaat zooveel ernstigheid, dat men niet kon twijfelen,of er lag in dien jongen geest een buitengewoon aanleg tot de kunsten vannabootsing. Eene andere omstandigheid kwam dit vermoeden nog versterken:wanneer men nauwkeurig de halfverlichte muren bezag, erkende men metverwondering dat er gee

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!