Voorrede. | 1 |
Schriftuurlijk Bruilofsreferein op het Huwelijk van Jacob Haesbaert met Clara van Tongerlo. | 1a |
Nieuwjaarslied A°. 1607. | 2a |
De Jacht van Cupido. | 2b |
Dedicatie aan de Jonkvrouwen van Friesland en Overijsel. | 3b |
Oorlof-Lied. | 3b |
Op het Twaalfjarig Bestand der Nederlanden. | 4a |
Uitvaart en Treurdicht van Henricus de Groote, Koning van Frankrijk en Navarre. | 4b |
Geheel Nederland door is het overbekend, hoe verdienstelijk de Heer Henri Bogaerts zichgemaakt heeft ten opzichte der katholieke pers, door zijne talrijke en goedkoope uitgaven vanecht-katholieke of althans onschadelijke werken.
Door aankoop in 't bezit geraakt der Vondel-editie, in de jaren 1864 tot 66 bij H. A. M. Roelantste Schiedam verschenen, deed hij mij het heusch verzoek, om eene Voor- en Narede te schrijventot dat werk, ten einde het aldus in te leiden bij de katholieke huisgezinnen, waar hij zich voorgenomenheeft het tegen een uiterst geringen prijs te verspreiden.
Dat verzoek heb ik met gretigheid aangenomen.
Aan alle Nederlanders, maar inzonderheid aan Neêrlands Katholieken moet, om genoegzaam bekenderedenen, de grootste onzer Dichters, de reinste glorie van ons vaderland, de katholieke Joost vanden Vondel bekend en dierbaar zijn.
Doch, daartoe is niet voldoende, dat men met zijn naam voor de buitenlanders brageere—gelijkN. Beets zich eigenaardig uitdrukt;—daartoe is niet voldoende, dat men de vaak vernomen lofspraken,uit den mond van Vondel-kundigen opgevangen, verder naprate en voortvertelle; daartoe is nietvoldoende, dat men eenige stukken—doorgaans dezelfde—in deze of gene verzameling hebbe gelezenof zelfs zich in 't geheugen hebbe geprent: daartoe is ook noodzakelijk, dat men den edelhartigenman, in g