De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.
Overduidelijke inconsistenties, druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een dunne rode stippellijn, waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is. In de advertenties is alleen dubbele of ontbrekende interpunctie gecorrigeerd.
Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan het eind van dit bestand.
Tooneel: een ruim terras voor de groote feesthal in het paleis vanHerodes. Soldaten staan geleund aan de balustrade. Rechts eenreusachtige trap. Links, op den achtergrond, een oude waterput met eengroen bronzen kraag. De maan schijnt helder.
DE JONGE SYRIËR: Hoe zeer schoon is de Prinses Salome vanavond!
DE PAGE VAN HERODIAS: Let op de maan. De maan lijkt wonder vreemd. Zijdoet aan als een vrouw die opkomt uit een graf. Zij gelijkt op eendoode vrouw. Het is alsof zij speurt naar andere dooden.
DE JONGE SYRIËR: Ja, zij lijkt wonder vreemd. Zij gelijkt op eenkleine prinses die een gelen sluier draagt en wier voetjes van zilverzijn. Zij gelijkt op een prinses wier voetjes zijn als kleine witteduiven... Het is alsof zij danst.
DE PAGE VAN HERODIAS: Zij is als een doode vrouw. Zij beweegt zichheel langzaam. (Gedruisch in de feesthal.)
EERSTE SOLDAAT: Wat een getier! Wie zijn die huilende wilde-beesten?
TWEEDE SOLDAAT: De Joden. Die zijn altijd zoo. Zij twisten over hungodsdienst.
EERSTE SOLDAAT: Waarom twisten zij over hun godsdienst?
TWEEDE SOLDAAT: Ik weet ni