Oorspronkelijke voorkant.

Oorspronkelijke titelpagina.

SPROTJE’S VERDER LEVEN

NEDERLANDSCHE BIBLIOTHEEK
SPROTJE’S VERDER LEVEN
VERVOLG OP „SPROTJE HEEFT EENDIENST,”
UITGEGEVEN·DOOR·DEMAATSCHAPPIJ·VOOR GOEDE·EN·GOEDKOOPELECTUUR-AMSTERDAM

[5]

I.

De klok in hetvoorgevel-fronton van het Armen-ziekenhuis had juist twee uur geslagen:de tijd, dat dien dag de bezoekers werden toegelaten.

Stil, met haar lange, lijdzame gezicht zijwaarts in de kussens, lagvrouw Plas, en wachtte.

Het was bijna vier weken geleden, dat zij, na veel zwijgendverduurde pijnen bedlegerig geworden, en eindelijk zelfs geen voedselmeer tot zich kunnende nemen, naar hier werd overgebracht; ’t wasmaagkanker, had ze de dokters hooren zeggen; zij wist, dat ze het nietlang meer maken zou, en zij wachtte nu Sien, die met den middagtreinvan drieën voor haar uit Amersfoort zou overkomen.

Ant, trouw drie maal in de week, als het bezoekuur vroeg was gestelden in haar schafttijd viel, zat dat schaftuur uit aan haar bed; Meriemocht Dinsdags en Vrijdags een kwartier vroeger uit haar dienst gaan,en ook zij mankeerde nooit. Eens had zij zelfs den Zondagmiddag vrijafweten te krijgen. O! zij waren hartelijk [6]te over voorhaar, en het was een vreugde, iedere maal, dat zij ze weer komenzag.

En toch, in het voorgevoel nu van den dood, die zoo nabij was, ginghaar grootste liefde niet uit naar die twee, maar naar de anderedochter, naar Sien—Sien, die eens zonder een goedendag bijna bijhaar uit huis was getrokken, die op den avond van haar trouwen zelfs inonmin scheiden kon, en die zij eenmaal slechts terug zag nadien: hetkorte, koele bezoek tot afscheid, twee maanden later, toen plotselinghet jonge huishouden de stad verliet.

Ant was zoo oppassend en zoo zorgzaam, en Merie, bij haar zwakkegezondheid, deed ook zoo braaf haar best in haar moeilijken dienst; alsin een verklaardheid, thans bij ’t einde van haar leven, voeldezij dat zooveel duidelijker en afzonderlijker dan vroeger, en zij waser zoo dankbaar voor;—maar in de lange, vaag-wakkere nachten zagzij Siens appel-frissche gezicht en zij hoorde de dartele, eigenzinnigestem, die nooit veel liefs tegen haar gezegd had, en die haar toch zoolief was. Een kwellend verlangen was dan in haar hart, juist naar dedochter, die haar het minst meer noodig had, en die haar het minst ookmissen zou.... Hoe dat zoo wezen kon?

Moeilijk verlegde de zieke het hoofd in de kussens; haar pluizig,zwart haar, in enkele maanden [

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!